Leden aan het woord

Hoe investeer jij in de toekomst?

De toekomst is niet straks, maar nu. Dat geldt zéker voor ondernemers. Want wil je die toekomst goed tegemoet gaan, dan is nú actie nodig. Hoe pak je dat aan? Niemand heeft immers een glazen bol. André Lankhaar (Kwekerij Lankhaar), John van der Slot (Floral Colors) en Bart van Kester (Qualily) vertellen erover in leden aan het woord.

AAN HET WOORD

André Lankhaar

Kwekerij Lankhaar.

“We werken hier liever slim, dan hard”

André Lankhaar zag het levenslicht op de bloemenkwekerij van zijn ouders. Al vroeg wist hij: het kwekersvak – dáár ligt voor mij de toekomst. In 2002 begon hij Kwekerij Lankhaar, samen met zijn vrouw Petra. Ze zijn specialist in Kalanchoë genetica, en verkopen stekken aan collega-kwekers. Ook gaan er volgroeide Kalanchoë over de toonbank, maar dat is een relatief klein deel van de totale productie.

Voor mij is iets pas echt een succes als ik het kan delen. Dat is de rode draad in alles wat ik doe. We kozen bij de start van ons bedrijf voor de Kalanchoë, omdat je deze plant goed kunt plannen. Je weet wat je krijgt. Later zijn we ook gaan veredelen. Ons motto daarbij was én is: keep it simple. We gaan voor planten met een duurzame, stabiele basis. Producten die je met zo weinig mogelijk kunst-en-vliegwerk kunt kweken. Nu hebben we een soort die er twaalf maanden lang hetzelfde uitziet: dezelfde hoeveelheid knoppen, dezelfde bloem. We zeggen weleens: mensen moeten met hun ogen dicht bij ons kunnen bestellen. Vertrouwd goed.

Dat is onze strategie en visie. Misschien niet zo sexy, maar wel duidelijk. Geen uitzonderlijke soorten, maar gewoon precies de plant en de kwaliteit die je verwacht. Dat betekent trouwens niet dat we stilzitten. We veredelen en testen continu door. Daarbij luisteren we naar de klant. Zo proberen we een voorbeeld te zijn voor onze stekklanten. We laten zien: kijk eens hoe het óók kan. Eigenlijk zijn we door de jaren heen meer een toeleverancier geworden van andere kwekers. En dat is prima. Want wat we doen, wil ik met zoveel mogelijk mensen delen. Ik geloof daar erg in.

Investeren in de toekomst betekent voor mij ook: investeren in de bedrijfsvoering. We doen veel met robotisering en automatisering. We hebben sinds kort bijvoorbeeld een volledig automatisch afleversysteem dat de planten sorteert, inhoest en op de kar plaatst. Onze medewerkers moeten vooral goed opletten op wat er gebeurt en de kwaliteit controleren. Ik zeg altijd: we werken hier liever slim, dan hard. Prettig samenwerken, met respect voor elkaar. Dertig procent van de mensen hier op het bedrijf had een afstand tot de arbeidsmarkt. Nu lopen ze hier rond en zijn ze trots op het werk wat we samen verzetten. Building people, bringing life. Ze zijn trots op wat ze hier doen, kregen zelfvertrouwen. En ik ben trots op hén. Ik ben Christen. Ik bid om de zegen en om zegen door te geven. Dat is wat mij leidt in mijn leven en in mijn ondernemerschap. Zo investeer ik in de toekomst. Ook nu mijn twee kinderen hun eerste stap in het bedrijf zetten. Investeren in de toekomst betekent voor mij: zorgen dat met wat ik doe, ook altijd iemand anders beter wordt.”

AAN HET WOORD

John van der Slots

Floral Colors

“Investeren in de toekomst betekent doen wat goed voelt”

John van der Slots kwekerij ontstond ruim honderd jaar geleden. Aanstichter was oma Dorry, die alleen met veeboer Jan van der Slot wilde trouwen als hij de sierteelt inging. En zo geschiedde. Gebr. J. & W. van der Slot werd drie jaar geleden Floral Colors en is gespecialiseerd in het kweken en broeien van narcissen-, hyacinten- en tulpenbollen.

“Het meebewegen met de verschillende seizoenen, hier, op de kwekerij. Voor mij is dat het mooiste dat er is. Alles heeft z’n charme: de velden vol bloemen. Het sorteren van de bollen. Tevreden klanten. Dat je met een grote groep mensen keihard werkt aan het koppen van de planten. Ik heb de afgelopen jaren regelmatig jongens en meiden op de kwekerij gehad die het moeilijk hadden. Het werken hier gaf ze een duwtje in de goede richting. Jaren later kwam ik ze weer tegen. Dan maak je een praatje en hoor je hoever ze het geschopt hebben. Dat is voor mij ook investeren in de toekomst.

Ondertussen tikt voor mij de klok door. Ik ben 64 en werk al mijn hele leven op onze kwekerij. Ik houd niet van stilstaan, maar kijk steeds naar de markt, innovaties en duurzaamheid. We bouwen nu bijvoorbeeld een nieuwe hal en verduurzamen steeds verder. We doen bijvoorbeeld mee aan regiocertificering, samen met andere kwekers, het waterschap en de overheid. Voor mij is dat logisch. De grond is de voedingsbodem voor onze bollen. Natuurlijk zorgen we daar goed voor. Ik vind het belangrijk om de buitenwereld dat te laten zien. Er wordt te makkelijk geoordeeld. De nadruk ligt vaak op wat niet goed gaat, terwijl de milieu-impact nu zoveel lager is dan voorheen. Dat mag best gezegd worden. Als we nu een nieuwe tulpensoort toevoegen aan ons assortiment, is dat een soort met meer groeikracht en minder chemie. Vroeger keken we vooral naar het kleurtje. Nu versoberen we. In plaats van vijf rode en zeven gele soorten, bieden we er nu twee. En dat zijn dan stabiele rassen, waar we nauwelijks gewasbescherming voor gebruiken. Investeren in de toekomst betekent: doen wat goed voelt als ondernemer, en goed kijken naar wat er in de markt gebeurt. Door te laten zien wat wij als kwekerij allemaal doen, investeer ik in de toekomst van onze sector.”

“Het runnen van een bedrijf kún je niet meer alleen”

Bart van Kester houdt van de dynamiek van het kwekersvak. Internationalisering, innoveren, duurzaamheid, het meebewegen en inspelen op de markt, hij krijgt er energie van. Die energie stopt hij nu in Qualily, een leliekwekerij met vijf locaties.

“Ik groeide op tussen de chrysanten. Mijn vader en oom hadden namelijk een chrysantenkwekerij in Kwintsheul. Ik wist al jong dat ik de sierteelt in wilde. Maar of het bedrijf overnemen iets voor mij was, daar was ik nog niet zeker van. Vroeger was het eentoniger: keihard meewerken op de tuin, zorgen voor zo laag mogelijke productiekosten en een hoge prijs op de klok. Inmiddels is de wereld veranderd. Zo’n vijf jaar geleden werd ik daarom mede-eigenaar van de familiekwekerij. Mijn vader en oom gaven na een aantal jaar aan dat zij een stap terug wilden doen. Maar door de ontwikkelingen in onze sector zag ik het niet zitten om het alleen te doen; ik wilde een sparringpartner in het bedrijf. Daarom zijn wij met een adviseur op zoek gegaan naar de juiste samenwerkingspartner voor mij. Zo kwamen we uiteindelijk in contact met Ruud en Raymond, eigenaren van Qualily die op zoek waren naar een locatie om hun LA-teelt te centraliseren. Na goede gesprekken sloegen we de handen ineen en besloten we de samenwerking aan te gaan in de lelieteelt. Onze tuin in Kwintsheul werd daardoor onderdeel van Qualily.

Het klinkt misschien als een gewaagde, spannende ontwikkeling: afscheid nemen van de teelt die mijn familie jarenlang kweekte en instappen bij een ander, bestaand bedrijf. Toch is het de investering in de toekomst die ik moest maken. Qualily was een rijdende trein en iedereen richt zich op zijn eigen verantwoordelijkheden in de bedrijfsvoering. Precies de dynamiek die ik zo mooi vind. Hier groei ik mee en kan ik me samen met mijn compagnons richten op dat wat wij belangrijk vinden.

En natuurlijk: het is wennen. Wennen aan een nieuw product, en een grote variëteit aan rassen jaarrond. Wennen aan elkaar, als compagnons. Ruud en Ramon kende ik niet, en we verschillen ook in leeftijd. We leren elkaar steeds beter kennen. Zo laten we Qualily de komende jaren gestaag verder groeien. Meer lelies, maar met dezelfde hoogstaande kwaliteit en goede service die onze klanten van ons gewend zijn. Investeren in de toekomst betekent voor mij dus ook: doen wat goed voelt, gebaseerd op wat ik de afgelopen jaren leerde. Ook als dat pad misschien minder gebruikelijk is.”