Leden aan het woord

Welke rol speelt verduurzamen in jouw bedrijf?

Jolanda Brummans (Brumbos), Arjan Smit (Smit Flowers) en Lydia Klaver (Klaver Flowers) aan het woord.

AAN HET WOORD

Jolanda Brummans

Brumbos

“Deze manier van werken past bij ons”

Jolanda Brummans begon in 2008 samen met haar man John met Brumbos. Op vier hectare kweken ze snijheesters en pioenen. Dat doen ze volledig in de openlucht. Brumbos is bezig met de overstap naar GLOBAL-GAP en GRASP. Voorheen waren zij MPS-ABC, MPS-SQ en MPS-GAP gecertificeerd.

Van de zwarte grond in de winter, naar de eerste scheuten groen in het voorjaar tot volgroeide gewassen – ik geniet er enorm van dát proces jaarlijks te zien. We houden onze tuin goed in de gaten. Zien elke dag wat er gebeurt. Zijn er luizen, dan maak ik me nog geen zorgen. Valt er wat blad af? Ook dat laat ik gebeuren. Als ik uiteindelijk mooie takken overhoudt, ben ik tevreden. Beregenen doen we wel, dat kan niet anders. Zeker niet in zo’n droge lente als dit jaar. Daarvoor gebruiken we grondwater. En voor het bevruchten van de bloemen van onze heesters staan vijf bijenkasten van een lokale imker op de tuin, plus nog zes extra bijenkasten.

Wij hebben beestjes dus ook keihard nodig om onze producten te telen. Neemt niet weg dat we soms toch moeten spuiten. Zolang de takken het aankunnen, doen we het niet. Ingrijpen doen we selectief. Met de middelen die er tegenwoordig zijn, kan dat ook prima.

Onze aanpak is dus al relatief duurzaam. Deze manier van werken past bij ons. Toen we een paar jaar geleden certifi­cering aanvroegen, bleek dat we al aan veel criteria voldeden. Het moeilijkste aan het regelen van de certificering was voor mij: de eerste stap zetten. Want waar en hoe begin je? Mij hielp het dat ik van ons adviesbureau een voorbeeldhandboek kreeg. Dat heb ik omgeschreven naar ons bedrijf. Als je al een startpunt hebt voor de certificeringsaanvraag, gaat het veel makkelijker. Dat is misschien een goede tip voor andere kwekers. Wel vraag ik me af of het de consument écht uitmaakt. Die wil uiteindelijk vooral een mooie, betaalbare bos bloemen die zeven dagen op vaas blijft staan. Als het gaat over verder verduurzamen, vind ik het jammer dat die discussie niet gevoerd wordt. Wij kwekers willen de natuur zeker niet naar de Filistijnen helpen: het is onze voedingsbodem. En dat doen we ook niet. Als ik hier ‘s ochtends vroeg uit het raam kijk, zie ik regelmatig een fazant, een patrijs of een haas. Laatst nog kwam ik sporen van een ree tegen. Volgens mij laat dat zien dat we het helemaal nog niet zo slecht doen.”

AAN HET WOORD

Arjan Smit

Smit Flowers

“Elke dag weer maken we de afweging: wat doen we?”

Arjan Smit is eigenaar van Smit Flowers. Daarnaast is hij voorzitter van de FPC Tulp en van de stuurgroep van Stichting Tulpen Promotie Nederland.

“De weersvoorspelling checken. Dat is het eerste wat ik doe als ik uit bed kom. Van het weer is veel afhankelijk. Elke dag weer maken we de afweging: wat doen we? Bij een kouder of natter voorjaar hebben we wat meer bescherming nodig, omdat het gewas dan vaak (te) lang vochtig is. Bij drogere jaren (zoals nu) laten we juist weer wat middelen weg, of gebruiken we een lagere dosering. Het liefst gebruiken we zachte bestrijdingsmiddelen, die het milieu minimaal belasten. Maar die middelen zijn dan weer minder goed bestand tegen de zon. Dus moeten we die vaker gebruiken. En na een hagelbui, als het gewas beschadigd is, moeten we ook aan de slag. Vergelijk het met wanneer je zelf ziek bent: een paracetamolletje gebruik je bij lichte hoofdpijn, bij een ernstigere aandoening haal je wat meer uit de kast.

Natuurlijk willen we ons nest niet vervuilen. Het grondwater en de aarde zijn voor ons het uitgangsmateriaal: hiermee kweken we ons product. Daarom doen we het zo duurzaam mogelijk. Bovendien: gewasbeschermingsmiddelen zijn hartstikke duur. We gebruiken ze écht niet voor de lol. Ik vind dat consument zich ook achter de oren mag krabben. Die wil een bloem zonder beestjes, die er ook nog eens mooi uitziet. Logisch: we kweken nu eenmaal een sierproduct.

Onlangs bezocht ik Bucha, Oekraïne. Daar leveren we ook tulpen, om de mensen een hart onder de riem te steken. Bucha is een paar jaar terug erg hard getroffen. De burgemeester kwam naar me toe en vertelde hoeveel de tulpen deden voor de overgebleven inwoners. Het waren lichtpuntjes. Net even wat vrolijkheid in zoveel ellende. Bloemen doen mensen goed. Dat is toch ook belangrijk? En kijk eens hier, naar onze bollenvelden. Daar komen drommen toeristen op af. Als dit er niet meer zou zijn, lopen we als land veel omzet mis. Helaas kan dat niet helemaal zónder chemische hulpmiddelen. Maar wel zo weinig mogelijk, waar dat kan. We houden de onderzoeken op dat vlak goed in de gaten.”

“Investeren in een toekomst voor mens én omgeving”

Lydia Klaver is CFO bij Klaver Flowers, een familiebedrijf dat ze onder meer samen met haar broer runt. Het bedrijf is gespecialiseerd in Lelies, Limonium, Gypsophila en andere zomerbloemen en heeft twee locaties: een leliekwekerij in Heerhugowaard en een zomerbloemenfarm in Hawassa, Ethiopië. Daarnaast zit Lydia in de Ledenraad.

AAN HET WOORD

Lydia Klaver

Klaver Flowers

“Duurzaamheid is voor Klaver Flowers geen modewoord. Het is een manier van werken. We bekijken duurzaamheid in de breedste zin van het woord: van slimme energieoplossingen in Nederland tot sociale betrokkenheid in Ethiopië. Als familiebedrijf vinden we het belangrijk om zo te investeren in een toekomst die werkt voor mens én omgeving.

In Nederland wekken we stroom op met een WKK-installatie. Bij de productie van stroom komt restwarmte vrij die we gebruiken om onze kassen te verwarmen. Mijn vader was één van de eersten die hiermee startte, ergens rond 1970. Dit werkt voor ons nog steeds het beste. Op momenten dat er in Nederland een tekort aan wind- en zonne-energie is, kunnen we stroom terugleveren aan het net en hebben we dus gratis warmte. Door de overstap op LED en slimme energiesystemen hebben wij ons energieverbruik met 25% verminderd. Komende jaren gaan we door met investeringen om energie te besparen. Maar let wel: zo’n investering doe je niet zomaar. Het vergt tijd en onderzoek. Bij LED moet je bijvoorbeeld ook nadenken over hoe je omgaat met het warmteverlies en de toename van vocht in de kassen

In Ethiopië gebruiken we biologische middelen om onze gewassen op een natuurlijke manier te beschermen. Ook passen we waterbeheer toe en beperken we ons waterverbruik door onze grond af te dekken. Hiermee voorkomen we dat het water te snel verdampt. En laten we de mensen die voor ons werken niet vergeten. Dat zijn er in Hawassa ruim tweeduizend. We zorgen dus voor werkgelegenheid. Maar we vinden het ook belangrijk om iets voor de gemeenschap terug te doen. Zo kochten we nieuwe bedden en een microscoop voor de lokale bevallingskliniek. Werknemers krijgen allemaal gratis ontbijt. En tijdens Fichee-Chambalaalla (een feestdag in Hawassa) kregen werknemers dit jaar een zak bloem en zonnebloemolie. Het investeren in de mensen gaat ook over duurzaamheid, maar dan in sociale zin. En daar zetten we vol op in.”